Dt-fouten voorkomen: 9 tips
Iedereen maakt wel eens dt-fouten. Ik ook. Dat je dt-fouten maakt, betekent dus niet meteen dat je slecht bent in Nederlands. Maar het komt wel onprofessioneel over. En het kan je lezers afleiden van de inhoud van je tekst. Die dt-fouten wil je dus voorkomen. Maar hoe doe je dat? Ik geef 9 tips.
Nederlands is niet de makkelijkste taal als het op werkwoorden aankomt. Met al die gekke regeltjes, uitzonderingen, uitzonderingen op uitzonderingen, en dingen “die je gewoon moet weten”. Hoe zorg je er nou voor dat jij die vervelende dt-foutjes uit je teksten houdt? Deze 9 tips helpen mij altijd:
1. Doe (een extra ronde) eindredactie
Misschien een open deur, maar ik verbaas me altijd weer over hoeveel mensen geen eindredactie doen op hun eigen tekst. Als je je tekst even laat rusten en er daarna weer met een frisse blik naar kijkt, kom je gegarandeerd nog verbeterpunten tegen. Dt-fouten, bijvoorbeeld.
Als jij wél altijd een extra check op je eigen teksten doet, kan het geen kwaad om je tekst een derde keer door te lezen en hierbij extra goed te letten op dt-fouten. Speur elk werkwoord op en kijk of je het goed hebt vervoegd.
2. Denk terug aan de basisregels
De meeste mensen krijgen al jeuk als ze aan de basisregels van werkwoordspelling denken. Stam+t gaat nog wel. Maar wat als een werkwoord geen persoonsvorm is? En wat als het woord in de verleden tijd staat? Als je de basisregels niet onder de knie hebt, ga je al snel de mist in.
In deze video worden de basisregels in twee minuten uitgelegd. En als je meer uitleg wilt, heeft de maker van deze video ook een uitgebreide video: “Werkwoordspelling: een opfriscursus!”
3. Dt-fouten voorkomen met de smurfenregel
Als je de basisregels niet beheerst, zijn er een paar ezelsbruggetjes die je kunt gebruiken om veelvoorkomende fouten te voorkomen. Een bekend ezelsbruggetje voor werkwoordspelling in de onvoltooid tegenwoordige tijd is de ‘smurfenregel’. Het is eigenlijk heel simpel: vervang een werkwoord in de tegenwoordige tijd door een vorm van ‘smurfen’ en je hoort meteen of er een -t achter moet. Een voorbeeld:
“Max Verstappen rijd naar de Jumbo.”
Klopt dat? We vervangen rijden door smurfen om erachter te komen:
“Max Verstappen smurft naar de Jumbo.”
Je hoort duidelijk een -t achter smurf, dus in dit geval schrijf je:
“Max Verstappen rijdt naar de Jumbo.”
De smurfenregel komt ook van pas in zinnen zonder duidelijk handelend persoon. Bijvoorbeeld in de zinnen “Wat rijdt het lekker” en “Dat rijdt beter”. Het is ook een handig ezelsbruggetje om te bepalen of je überhaupt met een werkwoord te maken hebt. In de zin “Hij verwachtte te winnen, maar de verwachte overwinning bleef uit” kan je de tweede ‘verwachte/verwachtte’ bijvoorbeeld niet vervangen door een vorm van smurfen, dat is dus geen werkwoord.
4. Dt-fouten voorkomen in de verleden tijd
In de verleden tijd kan je vaak terugvallen op het bekendste ezelsbruggetje in de Nederlandse werkwoordspelling: ‘T ex-kofschip. Als de laatste letter van de stam van een zwak werkwoord eindigt op een letter in ‘t ex-kofschip, vervoeg je het werkwoord met -te (enkelvoud) of -ten (meervoud).
Het is dus: hij fietste, gaapte, juichte en faxte. Maar het is: hij stemde, voetbalde, verontschuldigde en rende.
Bij bijna alle andere werkwoordsvormen in de verleden tijd kun je horen hoe je het werkwoord schrijft. Bijvoorbeeld omdat het sterk werkwoord is (hij liep). Of omdat het een voltooid deelwoord is, waarbij je hoort hoe je het schrijft door het langer te maken. Het is “hij is gepakt” want als je het langer maakt krijg je “gepakte” en niet “gepakde”.
5. Geen (extra) -t bij gebiedende wijs
In de gebiedende wijs komt er geen -t achter de stam. Die fout wordt niet heel vaak gemaakt. Maar het is een belangrijke regel om te onthouden als je blogs en social media posts schrijft. In dat soort teksten staat bijna altijd een call to action. En zo’n CTA wordt bijna altijd in de gebiedende wijs geschreven.
Het is dus altijd: “schrijf je in voor de nieuwsbrief”, “lees de blog via de link in bio” en “neem contact met ons op”. En nooit: “schrijft je in voor de nieuwsbrief”, “leest de blog via de link in bio”, of “neemt contact met ons op”. De enige uitzondering: vaste uitdrukkingen, zoals “komt dat zien”.
6. Dt-fouten bij Engelse woorden
In het Nederlands lenen we best veel werkwoorden uit het Engels. Zeker als we het over de online wereld hebben. Facebooken, twitteren, googelen, en instagrammen zijn allemaal Engelse werkwoorden. Net zoals racen, swipen en checken.
Deze woorden vervoeg je gewoon volgens de Nederlandse regels, hoe lelijk dat er soms ook uitziet. Het is dus “hij googelt”, “wij hebben geswiped” en “ik facebookte”. Denk er bij werkwoorden zoals facebooken en googelen ook aan dat het geen eigen merknamen meer zijn en je ze dus gewoon zonder hoofdletter schrijft.
7. Let op voor overcorrectie
Met al die regeltjes en uitzonderingen kan je snel iets over het hoofd zien. Maar net zo gevaarlijk is dat je onterecht kan denken dat je iets over het hoofd ziet. Dan ga je overcorrigeren en overbodige fouten maken.
Ik heb dit zelf vaak bij zinnen zoals: “Een aantal supporters schelden de politie uit”. In mijn hoofd klinkt dat een stuk beter dan “Een aantal supporters scheldt de politie uit”. Maar als je naar de regels kijkt, zie je dat de supporters (meervoud) niet schelden, maar dat een aantal (enkelvoud) scheldt.
En toch… mijn gevoel zegt dat ik een meervoudsvorm moet gebruiken. Dat laat maar weer eens zien dat je in taalkwesties je gevoel niet altijd kan vertrouwen.
8. Bij twijfel: zoek het op
Aangezien je niet altijd op je gevoel kunt vertrouwen, is het beter om bij twijfelgevallen gewoon op te zoeken hoe je een werkwoord schrijft. Opa en oma deden dat vroeger in het Groene Boekje, maar online zijn ook genoeg betrouwbare bronnen te vinden. Ik google vaak gewoon op “[werkwoord] vervoegen”.
Voor veel werkwoorden is een Wikipediapagina. En veel taalkwesties zijn door Taalunie of Genootschap Onze Taal heel helder uitgelegd. Genootschap Onze Taal staat zelfs op Twitter klaar voor prangende taalvragen, ook als dat niet over werkwoorden gaat.
9. Laat iemand anders naar je tekst kijken
Vier ogen zien meer dan twee. Daarom is het altijd een goed idee om iemand anders naar je tekst te laten kijken voordat je deze online knalt. Die andere persoon hoeft ook geen taalexpert te zijn (hoewel dat natuurlijk wel fijn zou zijn). Het gaat meer om de frisse blik van een extra paar ogen dan om de expertise. Daarmee minimaliseer je het aantal dt-fouten in je teksten.
Teksten schrijven uitbesteden via Hulc
Teksten schrijven is voor de een makkelijker dan voor de ander. Ben jij geen taalster? Dan kan je het schrijven van je teksten uitbesteden. Via het platform van Hulc vind je meer dan 9800 bloggers en influencers die graag teksten voor jou schrijven. Dat is ook nog eens goed voor je linkbuilding!
Daarnaast kan onze partner CopyRobin je het schrijven van blogs uit handen nemen. Via hun ‘copywriting as a service’ bestel je snel en makkelijk betaalbare blogs van hoge kwaliteit. Weten hoe het werkt? Kijk op Hulc.nl.
Bij de waardering ging het mis ik wilde 5 sterren neerzetten. 🙂